Afgelopen zaterdag was ik in de Mobarakmoskee in Den Haag. Dit is de oudste moskee van Nederland, en hij is eigendom van de Ahmadiyya moslimgemeenschap. Ik was daar op uitnodiging van het Pakistaanse gezin waar ik in 2020-2021 een jaar lang schoolmaatje ben geweest. Aanleiding hiertoe was het stukje dat ik geschreven had over de Pakistaanse kleding die ik in mei van het gezin had gekregen, zie https://www.lvvoorelkaar.nl/…/geef-de-ander-de-kans…
Het gezin vond het zo eervol dat ik over hen geschreven had, dat ze het verhaal aan de imam hadden laten lezen. Deze had toen aangegeven graag met mij kennis te willen maken.
Zaterdag was het zo ver en fietste ik met de vader uit het gezin naar de moskee. We spraken er met twee mannen die er de administratie bijhielden en even later verscheen de imam, met wie ik verder in gesprek ging, o.a. over de moskee, de wijze hoe de Ahmadiyya gemeenschap georganiseerd is en wat zijn rol hierin is. Speciaal voor deze gelegenheid droeg ik mijn prachtige Pakistaanse kleding. De sjaal droeg ik over mijn hoofd, als teken van respect. Maar ook zonder hoofddoek was ik er welkom geweest. Even later was het tijd voor het gebed, dat geleid werd door de imam en waaraan de drie mannen meededen. Tot mijn verrassing mocht ik in dezelfde ruimte als de mannen zitten om te zien hoe de ceremonie verliep. Normaal gesproken zitten de vrouwen er achter een gordijn.
Ik vond het een buitenkans om dit mee te kunnen maken en kijk met veel plezier terug op het bezoek aan de moskee. Hoewel we heel anders in het leven staan en ik andere waarden en normen heb dan zij, is er over en weer sprake van veel respect.
Nieuwe schoolmaatjes (vrijwilligers die als brug tussen school en nieuwkomersgezinnen fungeren) zijn overigens weer van harte welkom. We hebben projecten in Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Lansingerland en Deventer, Velsen en Amsterdam. Zie onze vrijwilligersvacatures
Het KerkmagaZIN PROEF! staat uitgebreid stil bij het verschijnen van het boek ‘Tadese’. Voor meer informatie en wijze van bestellen van het boek zie Boek Tadese
KLIK OP DEZE LINK VOOR DE MEEST RECENTE INFORMATIE OVER HET BOEK
De proefdruk van mijn nieuwste boek is binnen!
‘Tadese – Eritrese nieuwkomers verdienen onze warme steun’ is een gemakkelijk leesbaar boek van 112 pagina’s, met Tadese Asghdom in de hoofdrol. Het boek gaat ook over Eritrese nieuwkomers en over het schoolmaatjeswerk bij Eritrese gezinnen.
In april
2020 vroeg Tadese Asghdom mij of ik een boek wilde schrijven over zijn
levensverhaal. Zijn verzoek verraste me. Maar ik heb het gedaan en het boek komt
naar verwachting half september uit.
Tadese is sinds
2020 als cultuurtolk betrokken bij Schoolmaatjes ONS. Dankzij zijn verzoek een
boek over hem te schrijven, heb ik hem diepgaand kunnen bevragen. Ik leerde daardoor
veel over de situatie in Ethiopië en Eritrea in de afgelopen decennia.
Tadese zet zich nu actief in voor Eritrese nieuwkomers en ik ken zelf inmiddels ook heel wat Eritreeërs. Zij integreren niet gemakkelijk in Nederland. Maar in mijn contacten met hen merk ik dat ze je wel heel hartelijk toelaten in hun leven. Het zijn in het algemeen leuke, lieve, bescheiden mensen en ik gun ze van harte dat ze een fijn netwerk kunnen opbouwen binnen de Nederlandse samenleving en dat ze meer verbinding zullen ervaren met hun Nederlandse ‘buren’.
Ik hoop dat
dit boek nieuwsgierig maakt naar wie die Eritrese nieuwkomers zijn. En dat het professionals (zoals sociaal werkers, leraren en
beleidsambtenaren), vrijwilligers en alle
mensen die gewoon als medemens iets willen betekenen voor de ander, tot
inspiratie zal dienen om Eritrese nieuwkomers te helpen zich meer thuis te gaan
voelen in Nederland.
Om zoveel mogelijk mensen te kunnen bereiken, zijn de
kosten heel laag gehouden:
Het boek kost € 12,- (plus een bijdrage in de
verzendkosten van € 2,95).
Je kunt met een e-mail aan harrietmarseille@schoolmaatjesons.nl exemplaren reserveren. Geef je naam en adres door en het aantal gewenste exemplaren, dan krijg je ze toegestuurd zodra ze van de drukker komen (naar verwachting half september). Wil je een gesigneerd exemplaar, vermeld dat er dan even bij.
KLIK OP DEZE LINK VOOR DE MEEST RECENTE INFORMATIE OVER HET BOEK
Dagblad Trouw heeft op 8 februari aandacht geschonken aan het werk van Schoolmaatjes ONS. Lees in dit artikel hoe schoolmaatje Ivan Oostvriesland zich inzet voor een Eritrees gezin uit Amsterdam-Oost. Als de link niet werkt, lees het artikel dan hier als pdf.
In het voorjaar van 2020 zijn drie nieuwe projecten van Schoolmaatjes ONS gestart: in Amsterdam, Lansingerland en Leidschendam-Voorburg. Hieraan doen basisscholen mee, en er is ook een ISK van een middelbare school is bij betrokken.
Van juli 2017 t/m juni 2018 is door Ouderbetrokkenheid-PLUS een pilot begeleid waarbij tien nieuwkomergezinnen in Leidschendam-Voorburg hulp hebben gekregen in de communicatie en samenwerking met de basisschool van hun kinderen. Daarna is ook in Den Haag een pilot gedaan op een aantal basisscholen. In 2018-2019 is in Leidschendam-Voorburg een tweede project uitgevoerd, waaraan diverse VVE-locaties (Voor- en Vroegschoolse Educatie) hebben meegedaan en een basisschool.
Alle projecten tot nu toe hebben zeer positieve resultaten opgeleverd. Niet alleen is de communicatie tussen scholen en ouders sterk verbeterd, de ouders zijn zich ook meer gelijkwaardig gaan opstellen naar school toe en de ontwikkeling van de kinderen (zowel cognitief als sociaal-emotioneel) is sterk vooruit gegaan.
In een serie blogs staan ervaringen die zijn opgedaan binnen de diverse schoolmaatjesprojecten weergegeven:
Met dank aan Kinderpostzegels en schoolbestuur De Haagse Scholen voor de financiering van dit project.
In oktober deed Alexandra mee aan een training voor schoolmaatjes: vrijwilligers die nieuwkomers helpen in de communicatie en samenwerking met de school van hun kinderen. Als kinderfysiotherapeut had ze jarenlang gewerkt met kinderen met meervoudige problemen in verschillende ontwikkelingsgebieden. Ze kwam als schoolmaatje terecht in een gezin waarvan het oudste kind van zes veel problemen had. Haar ervaring als kinderfysiotherapeut kwam daarbij goed van pas. Sindsdien komt ze iedere week bij het gezin en heeft ze er een mooie brugfunctie weten te vervullen, niet alleen naar school toe, maar ook naar andere instanties.
Met Akab, de oudste zoon in het gezin (groep 1) ging het op school helemaal niet goed. Toen Alexandra als schoolmaatje kennismaakte met het gezin, sprak hij na acht maanden onderwijs slechts vijf woorden Nederlands. De ontwikkelingsachterstand was begrijpelijk, aangezien hij een gezichts- en gehoorprobleem bleek te hebben.
Zijn gedrag was hierdoor problematisch geworden. Hij was niet goed meer te handhaven in de groep, die in de loop van het schooljaar steeds groter werd. Dit betekende dat hij nog maar vier halve dagen naar school mocht. Ondertussen werd er een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) voor hem gezocht, waar hij na de zomervakantie naartoe gaat.
Inmiddels heeft Akab ook logopedie. Aan de hand van een bandopname, gemaakt tijdens de logopedie, leert Alexandra de ouders hoe ze hun zoon kunnen steunen door thuis de oefeningen met hem te doen.
Azeez, het jongere broertje van Akab, is net vier geworden en gaat nu ook naar de basisschool waar zijn broer nu nog zit. Er bleek een basisschool te zijn vlakbij de sbo-school waar zijn broer na de zomervakantie naartoe zal gaan. Daar wilden de ouders Azeez in september naartoe laten gaan, zodat hun kinderen bij elkaar in de buurt op school zitten. Maar eigenlijk was er op die school geen plek meer voor hem. Door een goede samenwerking tussen de ouders, Alexandra en Ellen, de intern begeleider op de huidige basisschool, had de nieuwe basisschool gelukkig toch toegezegd dat hij er welkom was. Tot hun schrik viel er onlangs een brief op de mat dat de plaatsing was afgewezen. Alexandra gaf dit direct door aan Ellen, die contact opnam met de betreffende school. Ze hadden immers een afspraak gemaakt dat Azeez er geplaatst zou worden. Gelukkig bleek de afwijzingsbrief een vergissing.
Een belangrijk onderwerp waar Alexandra zich in het gezin mee bezig heeft gehouden, is het belang van spelen. Spelen is immers leren. Er was geen speelgoed in huis en de ouders, die voor hun komst naar Nederland allebei analfabeet waren, hebben in hun jeugd ook nooit met speelgoed gespeeld. Alexandra heeft bij de kringloop speelgoed gekocht, dat door vader aan haar werd terugbetaald. De kinderen en de ouders kregen plezier in spelletjes doen, met begrip voor spelregels. Er wordt nu ook regelmatig buiten gespeeld, zelfs moeder gaat soms mee naar buiten met de pasgeboren baby.
Omdat de zomervakantie een lange periode is, waarin de kinderen normaal gesproken veel op de bank hangen met een telefoon, of passief voor de tv zitten, regelde Alexandra inschrijving bij de zomerschool. Daar kunnen beide jongens straks drie weken lang gratis aan activiteiten meedoen op het gebied van sport, creativiteit en muziek. Dat is natuurlijk veel leuker en het komt hun algehele ontwikkeling ten goede.
Over de opvoeding van de kinderen, hun voeding en de veiligheid van de baby maakte Alexandra zich wel wat zorgen. In samenwerking met Ellen en de ouders heeft ze bij het CJG de ondersteuning door een gezinscoach in gang gezet. Het is fijn dat Alexandra dat nu los kan laten. Want ze doet al meer dan genoeg!
Betty Overbeek is vrijwilliger bij het Schoolmaatjesproject in Den Haag, een pilot die door het schoolbestuur De Haagse Scholen en Stichting Kinderpostzegels mogelijk is gemaakt. Als schoolmaatje is Betty de verbindende schakel tussen de ouders van Noha, een Syrisch meisje van twaalf, en haar leerkracht op de Jan Ligthartschool. Ze helpt het gezin, dat nog maar twee jaar in Nederland is, om wegwijs te worden in het Nederlandse onderwijssysteem. Ook helpt ze hen om goed te communiceren en nauw samen te werken met school. Dat is voor mensen die uit een niet westerse cultuur komen helemaal niet zo vanzelfsprekend.
Betty: “In Nederland zijn we gewend intensief met school te communiceren en we krijgen ook veel informatie digitaal of per brief, waarbij eigenlijk verwacht wordt dat je daarop reageert. Wij zijn gewend dat er afspraken op school gemaakt worden als er iets besproken moet worden, zoals over het rapport en de schoolkeuze, en dat je dan ook daar op tijd bent. In hun cultuur is dit niet vanzelfsprekend. Ook het feit dat we hier soms zelf kunnen kiezen of we al dan niet ergens aan mee willen doen, bijvoorbeeld in het kader van een gezondheidsonderzoek op school, is nieuw voor ze. En in plaats van een afspraak te maken, zijn zij gewend om gewoon langs te gaan als er iets speelt. Toen ik nog maar net in het gezin kwam, gebeurde het wel eens dat ze te laat op een afspraak op school kwamen, en dat vinden wij dan lastig. Maar inmiddels gaat het altijd goed. Ze zijn ook erg betrokken bij het leren van hun kinderen en ze willen maar al te graag samenwerken met school.”
Schoolmaatjes komen iedere week bij een nieuwkomersgezin thuis en bouwen een vertrouwensband met hen op. Ze werken gelijkwaardig met de ouders samen en zien zichzelf dan ook meer als vriend of vriendin dan als leraar. Ze kijken samen met de ouders wat er is binnengekomen aan informatie en verduidelijken het, waar nodig. Ook bespreken ze met de ouders wat er nodig is om het kind goed te ondersteunen.
Toen de Jan Ligthartschool een week over gezondheid hield, werden alle ouders uitgenodigd om ter afsluiting ook iets in te brengen rond dat thema. Betty: “Toen ik dat met ze besprak, kwamen ze met het idee om een lekkere Syrische smoothie te maken, op basis van avocado, melk en banaan. Het werd een leuk samenwerkingsproject, waarbij moeder het recept aanleverde, vader voor de ingrediënten zorgde en met Noha naar school ging om de smoothie te maken, de school voor een blender en servetten zorgde en ik zelf de glazen meenam. Alleen de hoeveelheid suiker werd op mijn voorstel wat aangepast aan de Nederlandse maatstaven. Later hoorde ik dat de school het recept zelfs nog in andere klassen had gebruikt voor de rekenles!”
Betty zet zich actief in voor een de best mogelijke toekomst voor Noha. Samen met het meisje, de ouders en de leerkracht, heeft ze eraan gewerkt dat Noha naar de kopklas mocht. Dit is een tussenjaar tussen de basisschool en de middelbare school, speciaal bedoeld voor kinderen die wat meer in hun mars hebben. In dat jaar werken ze intensief aan de Nederlandse taal, zodat ze daarna in de brugklas goed mee kunnen komen.
Betty: “Eerst was Noha er een beetje aarzelend over. Het leek of ze niet zo gemotiveerd was. Maar ik kwam erachter dat ze er in feite tegenop zag. Het is best spannend om in een nieuwe situatie terecht te komen. Ik heb haar toen gerust gesteld. Ze hoefde er niet alleen naar toe. We zouden haar altijd begeleiden!”
Omdat er maar twee kopklassen zijn voor heel Den Haag, gaat er een strenge selectie aan vooraf. Noha heeft hier ook een motivatiebrief voor moeten schrijven. Betty heeft zich actief met het hele proces beziggehouden en heeft Noha met het schrijven van haar motivatiebrief geholpen door er gerichte vragen aan haar over te stellen. Maar niet door haar Nederlands te verbeteren, want het moest wel haar eigen brief blijven. Met de juf heeft Noha de dag daarop nog de taalfoutjes verbeterd.
Betty: “Noha is geselecteerd voor de Havo/VWO kopklas! Wat een prestatie van haar. Ze straalde helemaal en bedankte me voor mijn hulp. Maar ik heb haar verteld dat zij degene is geweest die het waargemaakt heeft. En dat ze dus heel trots mag zijn op zichzelf. Dat begrip kennen ze eigenlijk niet, dat je trots bent op wat je hebt bereikt. Ik benoem het daarom expliciet. Ik denk dat ik mijn werk goed heb gedaan als zij trots zijn op zichzelf. Vader heeft mij ook wel tien keer bedankt. Ze zijn zo blij met mijn inzet. En ik bedank hen dan, omdat ik ontzettend blij ben dat ik bij ze mag komen. Ik voel me hier heel welkom. En ik ga als het schoolmaatjesproject in juni officieel stopt, echt niet weg bij dit gezin. Want we zijn bevriend geraakt en bovendien wil ik Noha graag blijven volgen in de kopklas.”
Hoewel maar een van de vijf thuiswonende kinderen in dit gezin op de basisschool zit, strekt het werk van Betty zich ook uit over de andere kinderen in het gezin. Er zijn nog drie oudere zoons thuis, en er is een dochtertje van acht maanden. Wat zal het effect zijn op die jongste zijn, die over twee jaar misschien op de peuterspeelzaal zit? Betty: “Natuurlijk werkt het door wat ik hier doe met het gezin. Onze gesprekken over school en de toekomst van de kinderen zijn heel belangrijk. Ik zou wel willen dat dat effect gemeten zou kunnen worden. Ik gun alle nieuwkomersgezinnen in Den Haag een schoolmaatje. Ik denk echt dat er meer steun voor de gezinnen nodig is. Nadat ze een jaar lang hulp bij allerlei formaliteiten hebben gekregen van een coach van Vluchtelingenwerk, moeten ze het zelf uitzoeken. Ze krijgen wel te horen dat ze altijd naar het spreekuur van Vluchtelingenwerk kunnen komen, maar in de praktijk bleken ze dat niet te doen. De drempel was nog te groot. Gelukkig kan ik ze doorverwijzen bij wat ze moeten doen met allerlei belangrijke post over bijvoorbeeld gezondheid of financiën. Dat doorverwijzen naar de juiste instanties is dus ook een belangrijke rol die ik nu voor ze vervul.”