Landelijke uitbreiding

In het voorjaar van 2020 zijn drie nieuwe projecten van Schoolmaatjes ONS gestart: in Amsterdam, Lansingerland en Leidschendam-Voorburg. Hieraan doen basisscholen mee, en er is ook een ISK van een middelbare school is bij betrokken.

De impact van onze projecten

Van juli 2017 t/m juni 2018 is door Ouderbetrokkenheid-PLUS een pilot begeleid waarbij tien nieuwkomergezinnen in Leidschendam-Voorburg hulp hebben gekregen in de communicatie en samenwerking met de basisschool van hun kinderen. Daarna is ook in Den Haag een pilot gedaan op een aantal basisscholen. In 2018-2019 is in Leidschendam-Voorburg een tweede project uitgevoerd, waaraan diverse VVE-locaties (Voor- en Vroegschoolse Educatie) hebben meegedaan en een basisschool.

Alle projecten tot nu toe hebben zeer positieve resultaten opgeleverd. Niet alleen is de communicatie tussen scholen en ouders sterk verbeterd, de ouders zijn zich ook meer gelijkwaardig gaan opstellen naar school toe en de ontwikkeling van de kinderen (zowel cognitief als sociaal-emotioneel) is sterk vooruit gegaan.

In een serie blogs staan ervaringen die zijn opgedaan binnen de diverse schoolmaatjesprojecten weergegeven:

Ambitie helpt 

Een wereld van verschil

Diploma

Thuis profiteren van Rots en Water

Een passende middelbare school kiezen

Ik heb het goed gedaan als zij trots zijn op zichzelf

Brugfunctie voor een nieuwkomersgezin


Lees hier het verslag van de Schoolmaatjes-pilot in Leidschendam-Voorburg (juni 2018)

Brugfunctie voor een nieuwkomersgezin

Met dank aan Kinderpostzegels en schoolbestuur De Haagse Scholen voor de financiering van dit project.

In oktober deed Alexandra mee aan een training voor schoolmaatjes: vrijwilligers die nieuwkomers helpen in de communicatie en samenwerking met de school van hun kinderen. Als kinderfysiotherapeut had ze jarenlang gewerkt met kinderen met meervoudige problemen in verschillende ontwikkelingsgebieden. Ze kwam als schoolmaatje terecht in een gezin waarvan het oudste kind van zes veel problemen had. Haar ervaring als kinderfysiotherapeut kwam daarbij goed van pas. Sindsdien komt ze iedere week bij het gezin en heeft ze er een mooie brugfunctie weten te vervullen, niet alleen naar school toe, maar ook naar andere instanties.

Met Akab, de oudste zoon in het gezin (groep 1) ging het op school helemaal niet goed. Toen Alexandra als schoolmaatje kennismaakte met het gezin, sprak hij na acht maanden onderwijs slechts vijf woorden Nederlands. De ontwikkelingsachterstand was begrijpelijk, aangezien hij een gezichts- en gehoorprobleem bleek te hebben.

Zijn gedrag was hierdoor problematisch geworden. Hij was niet goed meer te handhaven in de groep, die in de loop van het schooljaar steeds groter werd. Dit betekende dat hij nog maar vier halve dagen naar school mocht. Ondertussen werd er een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) voor hem gezocht, waar hij na de zomervakantie naartoe gaat.

Inmiddels heeft Akab ook logopedie. Aan de hand van een bandopname, gemaakt tijdens de logopedie, leert Alexandra de ouders hoe ze hun zoon kunnen steunen door thuis de oefeningen met hem te doen.

Azeez, het jongere broertje van Akab, is net vier geworden en gaat nu ook naar de basisschool waar zijn broer nu nog zit. Er bleek een basisschool te zijn vlakbij de sbo-school waar zijn broer na de zomervakantie naartoe zal gaan. Daar wilden de ouders Azeez in september naartoe laten gaan, zodat hun kinderen bij elkaar in de buurt op school zitten. Maar eigenlijk was er op die school geen plek meer voor hem. Door een goede samenwerking tussen de ouders, Alexandra en Ellen, de intern begeleider op de huidige basisschool, had de nieuwe basisschool gelukkig toch toegezegd dat hij er welkom was. Tot hun schrik viel er onlangs een brief op de mat dat de plaatsing was afgewezen. Alexandra gaf dit direct door aan Ellen, die contact opnam met de betreffende school. Ze hadden immers een afspraak gemaakt dat Azeez er geplaatst zou worden. Gelukkig bleek de afwijzingsbrief een vergissing.

Een belangrijk onderwerp waar Alexandra zich in het gezin mee bezig heeft gehouden, is het belang van spelen. Spelen is immers leren. Er was geen speelgoed in huis en de ouders, die voor hun komst naar Nederland allebei analfabeet waren, hebben in hun jeugd ook nooit met speelgoed gespeeld. Alexandra heeft bij de kringloop speelgoed gekocht, dat door vader aan haar werd terugbetaald. De kinderen en de ouders kregen plezier in spelletjes doen, met begrip voor spelregels. Er wordt nu ook regelmatig buiten gespeeld, zelfs  moeder gaat soms mee naar buiten met de pasgeboren baby.

Omdat de zomervakantie een lange periode is, waarin de kinderen normaal gesproken veel op de bank hangen met een telefoon, of passief voor de tv zitten, regelde Alexandra inschrijving bij de zomerschool. Daar kunnen beide jongens straks drie weken lang gratis aan activiteiten meedoen op het gebied van sport, creativiteit en muziek. Dat is natuurlijk veel leuker en het komt hun algehele ontwikkeling ten goede.

Over de opvoeding van de kinderen, hun voeding en de veiligheid van de baby maakte Alexandra zich wel wat zorgen. In samenwerking met Ellen en de ouders heeft ze bij het CJG de ondersteuning door een gezinscoach in gang gezet. Het is fijn dat Alexandra dat nu los kan laten. Want ze doet al meer dan genoeg!  

Ik heb het goed gedaan als zij trots zijn op zichzelf!


Noha is geselecteerd voor de Havo/VWO-kopklas

Betty Overbeek is vrijwilliger bij het Schoolmaatjesproject in Den Haag, een pilot die door het schoolbestuur De Haagse Scholen en Stichting Kinderpostzegels mogelijk is gemaakt. Als schoolmaatje is Betty de verbindende schakel tussen de ouders van Noha, een Syrisch meisje van twaalf, en haar leerkracht op de Jan Ligthartschool. Ze helpt het gezin, dat nog maar twee jaar in Nederland is, om wegwijs te worden in het Nederlandse onderwijssysteem. Ook helpt ze hen om goed te communiceren en nauw samen te werken met school. Dat is voor mensen die uit een niet westerse cultuur komen helemaal niet zo vanzelfsprekend.

Betty: “In Nederland zijn we gewend intensief met school te communiceren en we krijgen ook veel informatie digitaal of per brief, waarbij eigenlijk verwacht wordt dat je daarop reageert. Wij zijn gewend dat er afspraken op school gemaakt worden als er iets besproken moet worden, zoals over het rapport en de schoolkeuze, en dat je dan ook daar op tijd bent. In hun cultuur is dit niet vanzelfsprekend. Ook het feit dat we hier soms zelf kunnen kiezen of we al dan niet ergens aan mee willen doen, bijvoorbeeld in het kader van een gezondheidsonderzoek op school, is nieuw voor ze. En in plaats van een afspraak te maken, zijn zij gewend om gewoon langs te gaan als er iets speelt. Toen ik nog maar net in het gezin kwam, gebeurde het wel eens dat ze te laat op een afspraak op school kwamen, en dat vinden wij dan lastig. Maar inmiddels gaat het altijd goed. Ze zijn ook erg betrokken bij het leren van hun kinderen en ze willen maar al te graag samenwerken met school.”

Schoolmaatjes komen iedere week bij een nieuwkomersgezin thuis en bouwen een vertrouwensband met hen op. Ze werken gelijkwaardig met de ouders samen en zien zichzelf dan ook meer als vriend of vriendin dan als leraar. Ze kijken samen met de ouders wat er is binnengekomen aan informatie en verduidelijken het, waar nodig. Ook bespreken ze met de ouders wat er nodig is om het kind goed te ondersteunen.

Toen de Jan Ligthartschool een week over gezondheid hield, werden alle ouders uitgenodigd om ter afsluiting ook iets in te brengen rond dat thema. Betty: “Toen ik dat met ze besprak, kwamen ze met het idee om een lekkere Syrische smoothie te maken, op basis van avocado, melk en banaan. Het werd een leuk samenwerkingsproject, waarbij moeder het recept aanleverde, vader voor de ingrediënten zorgde en met Noha naar school ging om de smoothie te maken, de school voor een blender en servetten zorgde en ik zelf de glazen meenam. Alleen de hoeveelheid suiker werd op mijn voorstel wat aangepast aan de Nederlandse maatstaven. Later hoorde ik dat de school het recept zelfs nog in andere klassen had gebruikt voor de rekenles!”

Betty zet zich actief in voor een de best mogelijke toekomst voor Noha. Samen met het meisje, de ouders en de leerkracht, heeft ze eraan gewerkt dat Noha naar de kopklas mocht. Dit is een tussenjaar tussen de basisschool en de middelbare school, speciaal bedoeld voor kinderen die wat meer in hun mars hebben. In dat jaar werken ze intensief aan de Nederlandse taal, zodat ze daarna in de brugklas goed mee kunnen komen.

Betty: “Eerst was Noha er een beetje aarzelend over. Het leek of ze niet zo gemotiveerd was. Maar ik kwam erachter dat ze er in feite tegenop zag. Het is best spannend om in een nieuwe situatie terecht te komen. Ik heb haar toen gerust gesteld. Ze hoefde er niet alleen naar toe. We zouden haar altijd begeleiden!”

Omdat er maar twee kopklassen zijn voor heel Den Haag, gaat er een strenge selectie aan vooraf. Noha heeft hier ook een motivatiebrief voor moeten schrijven. Betty heeft zich actief met het hele proces beziggehouden en heeft Noha met het schrijven van haar motivatiebrief geholpen door er gerichte vragen aan haar over te stellen. Maar niet door haar Nederlands te verbeteren, want het moest wel haar eigen brief blijven. Met de juf heeft Noha de dag daarop nog de taalfoutjes verbeterd.    

Betty: “Noha is geselecteerd voor de Havo/VWO kopklas! Wat een prestatie van haar. Ze straalde helemaal en bedankte me voor mijn hulp. Maar ik heb haar verteld dat zij degene is geweest die het waargemaakt heeft. En dat ze dus heel trots mag zijn op zichzelf. Dat begrip kennen ze eigenlijk niet, dat je trots bent op wat je hebt bereikt. Ik benoem het daarom expliciet. Ik denk dat ik mijn werk goed heb gedaan als zij trots zijn op zichzelf. Vader heeft mij ook wel tien keer bedankt. Ze zijn zo blij met mijn inzet. En ik bedank hen dan, omdat ik ontzettend blij ben dat ik bij ze mag komen. Ik voel me hier heel welkom. En ik ga als het schoolmaatjesproject in juni officieel stopt, echt niet weg bij dit gezin. Want we zijn bevriend geraakt en bovendien wil ik Noha graag blijven volgen in de kopklas.”

Hoewel maar een van de vijf thuiswonende kinderen in dit gezin op de basisschool zit, strekt het werk van Betty zich ook uit over de andere kinderen in het gezin. Er zijn nog drie oudere zoons thuis, en er is een dochtertje van acht maanden. Wat zal het effect zijn op die jongste zijn, die over twee jaar misschien op de peuterspeelzaal zit? Betty:  “Natuurlijk werkt het door wat ik hier doe met het gezin. Onze gesprekken over school en de toekomst van de kinderen zijn heel belangrijk. Ik zou wel willen dat dat effect gemeten zou kunnen worden. Ik gun alle nieuwkomersgezinnen in Den Haag een schoolmaatje. Ik denk echt dat er meer steun voor de gezinnen nodig is. Nadat ze een jaar lang hulp bij allerlei formaliteiten hebben gekregen van een coach van Vluchtelingenwerk, moeten ze het zelf uitzoeken. Ze krijgen wel te horen dat ze altijd naar het spreekuur van Vluchtelingenwerk kunnen komen, maar in de praktijk bleken ze dat niet te doen. De drempel was nog te groot. Gelukkig kan ik ze doorverwijzen bij wat ze moeten doen met allerlei belangrijke post over bijvoorbeeld gezondheid of financiën. Dat doorverwijzen naar de juiste instanties is dus ook een belangrijke rol die ik nu voor ze vervul.”

Een passende middelbare school kiezen


Binnen projecten van Schoolmaatjes ONS fungeren vrijwilligers als bruggenbouwer tussen Ouders van Nieuwkomerskinderen en School. De vrijwilligers komen een jaar lang op wekelijkse basis bij de gezinnen thuis en nemen de ouders al doende mee in de Nederlandse cultuur, waarin ouderbetrokkenheid heel vanzelfsprekend is.

Schoolmaatje Eugene vertelt over zijn ervaringen:

“Ik kom sinds september bij een Somalisch gezin dat nu een jaar of 5 in Nederland is. De jongste zoon, Abukar,  zit in groep 7. Ik kijk hoe ik zijn moeder kan betrekken bij zijn schoolontwikkeling. Dat wil ze zelf ook graag. De communicatie met haar is gezien haar taalniveau soms nog wel wat lastig. Gelukkig helpt een oudere zoon die al een stuk verder geïntegreerd is, ook een handje mee. Als ik bij het gezin kom, maak ik eerst een praatje met moeder. We nemen dan samen de post van school door en ik leg uit welke zaken aandacht verdienen. Voor haar is dat als nieuwkomer toch lastiger in te schatten.

Een leuk voorbeeld was de Sinterklaas surprise, waarover we afgelopen najaar lazen. Hoe pak je zoiets aan in Nederland? Eerst heb ik Abukar laten bedenken wat voor cadeau hij wilde kopen voor zijn klasgenootje. Doorpratend over diens hobby’s, kwam Abukar vervolgens zelf op het idee dat de surprise een Xbox zou moeten worden. Toen heb ik hem op internet uit laten zoeken hoe je zo’n surprise kunt maken en wat je daarvoor nodig hebt. De daaropvolgende week had hij cadeau en materiaal gekocht en zijn we samen gaan knutselen onder toeziend oog van de familie. Alleen het maken van een gedichtje vergde wat meer hulp, maar met zijn aangedragen informatie kwamen we daar samen ook uit. Al met al heeft moeder op deze manier zelf ook meegekregen hoe wij Sinterklaas vieren. De beker van papier maché die Abukar als surprise kreeg, staat nog altijd op de kast te pronken.

Een ander voorbeeld is de middelbare school keuze. Die komt al snel dichterbij. We hadden gelezen dat er een informatieavond werd gehouden voor groep 7 en 8. Daar zijn we toen met z’n drieën heen gegaan. De school benadrukte daar dat het verstandig is om alvast in groep 7 naar de voorlichtingsdagen van meerdere middelbare scholen te gaan. We hebben toen een scholengids meegenomen. In de kerstvakantie heeft de familie zelf een tweetal scholen uitgekozen waar we vervolgens in januari naar toe zijn geweest. De ene was een wat kleinere vmbo school met veel praktisch gericht onderwijs, de andere een veel grotere scholengemeenschap met meer theoretisch gericht aanbod.

Abukar kreeg aan het begin van het schooljaar een voorlopig vmbo advies van zijn school. Vooral begrijpend lezen kostte hem moeite. Dat is best verklaarbaar, want als er thuis weinig Nederlands wordt gesproken, blijft zijn woordenschat gemakkelijk wat achter bij die van andere kinderen. Ook rekenen, waar hij op zich best vaardig in is, wordt lastig als je talige opgaven moet maken.  Ik stimuleer hem daarom iedere week te lezen, hardop en voor zichzelf. Ook nemen we regelmatig de kidsweek door. We lopen de koppen langs en praten daarover, maken de puzzels en lezen de moppen. Spelenderwijs vergroot Abukar zo zijn woordenschat.

Moeder geeft regelmatig aan de toekomst van haar zoon erg belangrijk te vinden. Ik laat haar zien hoe de intrinsieke motivatie van Abukar gestimuleerd kan worden. Want als hij zelf iets graag wil, gaat het leren veel sneller. Het onderwijssysteem in Nederland is waarschijnlijk ook meer op uitdagen gericht, dan wat ze zelf in haar jeugd in Afrika gewend is geweest. Daarom vond ik het middelbare school bezoek ook extra nuttig. Zo kregen moeder en zoon al een beetje een beeld wat en hoe je hier leert op een middelbare school en hoe groot de verschillen tussen middelbare scholen wel niet zijn. Abukar ziet alvast nieuwe vakken als scheikunde, waar je proefjes gaat doen. Zou hij dat leuk vinden? Voelt hij affiniteit met de abstracte puzzels uit de wiskunde? Wat zou hij zelf graag willen en wat voor onderwijs past het beste bij hem? Hij kan er nu vast over nadenken en aan werken.

Volgend schooljaar kunnen we opnieuw een paar scholen bezoeken. Hoewel het schoolmaatjesproject dan officieel is afgelopen, wil ik dat blijven volgen. Ze hebben dan wel niet meer mijn wekelijkse begeleiding nodig, maar ik wil dit stuk rond de schoolkeuze graag goed helpen afronden. Wie weet, heeft Abukar zijn niveau tegen die tijd wel opgewerkt naar een havo advies! Zelf lijkt hij dat wel graag te willen. Dat biedt een mooi doel om met zijn allen het komende half jaar aan te werken!”

Diploma

 

In een serie blogs deelt Harriet Marseille van Ouderbetrokkenheid-PLUS ervaringen vanuit het schoolmaatjesproject ONS. Deze keer over hoe nieuwkomerouders er dankzij het schoolmaatje achterkwamen dat hun dochter een diploma had gekregen voor ‘kern 3’. 

Lees verder “Diploma”